Aandoeningen

  • Artrose
  • Diabetes
  • Hyperthyreoïdie
  • Nierfalen
  • Tanderosie
  • Verstopping (plaskater)

Artrose

Artrose 
 
 

Artrose is een ander woord voor slijtage van de gewrichten. Het kan in alle gewrichten voorkomen, maar we zien artrose het vaakst in de rug, heup, knie, elleboog en schouder. Helaas zie je bij een kat vaak slecht of ze hieraan lijden en juist daarom zijn de jaarlijkse controles en het kritische oog van de eigenaar hierin belangrijk. 

De meeste katten lopen namelijk niet mank en laten geen andere pijnuitingen zien. Wat bij katten vooral opvalt zijn gedragsveranderingen zoals: minder actief zijn, minder goed kunnen/durven springen, ander gebruik van de krabpaal of langzaam traplopen. Daarbij kunt u in sommige gevallen een slechtere vachtverzorging of het plassen naast de kattenbak waarnemen. Het naar de kattenbak gaan kan bij katten te veel ongemak veroorzaken doordat ze bijvoorbeeld een drempeltje over moeten of dat er een klepje over hun rug gaat.  
Meestal ontstaat artrose op latere leeftijd, maar het kan ook eerder ontstaan doordat uw kat bijvoorbeeld in het verleden trauma (bijv. een val, een aanrijding) heeft opgelopen. We moeten ons er dus zeker van bewust zijn dat artrose geen fijne aandoening is en pijn en ongemak kan veroorzaken. Het is helaas een onomkeerbaar proces, wanneer artrose er is, gaat dit niet meer weg. Wel kunnen we het proces vertragen.  

Vaak bestaat er op basis van bovengenoemde waarnemingen en bepaalde klinische onderzoeken een vermoeden dat er artrose is. Om hierin 100% zekerheid te krijgen, kan je het vaststellen middels een röntgenfoto. 

Zoals al eerder genoemd kunnen we katten met artrose wel ondersteunen. Hierin zijn verschillende opties beschikbaar. Denk hierbij aan een speciaal dieet, voedingssupplementen of pijnmedicatie. Afhankelijk van de situatie kan in overleg met de dierenarts de meest geschikte therapie toegepast worden. We willen natuurlijk allemaal dat uw kat zo lang mogelijk met veel plezier kan leven! 

Diabetes

Diabetes 

Wat is diabetes (suikerziekte)? 
Diabetes is een endocrinologische (hormoon) aandoening waarbij er: 
- te weinig insuline aangemaakt wordt.  
- resistentie is voor insuline. 
- hepatische gluconeogenese. 
 
Insuline zorgt voor de opname van suikers in de lichaamscellen. Bovenstaande zorgt ervoor dat de suikers dus niet op hun plek terecht kunnen komen. De lichaamscellen krijgen nu dus geen brandstof en het bloed bevat te veel suiker. Door de suiker in de bloedvaten wordt er vocht uit de cellen getrokken en dit vocht wordt samen met de suiker weer uit geplast.  

Symptomen 
- veel plassen en drinken 
- afvallen 
- meer eten 
- sloom en zich niet lekker voelen 
 
Vaak gaat suikerziekte ook gepaard met katten die te dik zijn of waren. Katten met overgewicht zijn meer gevoelig voor diabetes dan katten met een gezond gewicht.  

Diagnose 
Door middel van bloed- en urineonderzoek kan de diagnose gesteld worden. Katten met diabetes hebben namelijk een te hoog bloedglucose en fructosamine (ook een soort suiker) gehalte in hun bloed. Daarbij zien we ook in de urine dat ze suiker uitplassen. Suikerziekte is een aandoening die moet worden behandeld. 

Behandeling 
Er zal moeten behandeld gaan worden met insuline. Dus de kat zal twee keer per dag een injectie insuline moeten krijgen. Het is afhankelijk van de bloed uitslagen wat de startdosering zal zijn. Ook dient het dieet van de kat aangepast te worden, want ook eten verhoogd de suikerspiegel in het bloed. Wij werken met de Pro Plan Diabetic die ervoor zorgt dat de afgifte van insuline gestimuleerd wordt en bevat een laag gehalte koolhydraten om glucoseschommelingen in het bloed te helpen verminderen. Het voer kan ook worden gegeven ter ondersteuning van gewichtsverlies. Zwaarlijvigheid bestrijden en een optimaal lichaamsgewicht handhaven zijn van essentieel belang om diabetes bij katten onder controle te houden. 
Afbeelding invoegen... 
 
Katten met diabetes dienen onder controle te blijven van de dierenarts. Dit omdat de er aan begin vaak naar de juiste dosering insuline gezocht moet worden en dit ook goed moet blijven. Door middel van deze controles behouden we goede bloedglucose waardes en proberen we andere nare situaties te voorkomen. Denk hierbij aan hypo's (te laag suikergehalte) of het somogy effect (een vertekend beeld van de hoeveelheid insuline in het lichaam van de kat).  

 

 

Hyperthyreoïdie

Schildklierproblemen 
 
De schildklier(en) zijn twee klieren die in de hals liggen, naast de luchtpijp.
Schildklierproblematiek komt vaak voor bij ouder wordende katten. De schildklier zorgt ervoor dat de stofwisseling van de kat goed verloopt. Als dit in onbalans komt kan het leiden tot vervelende klachten. Bij katten gaat de schildklier vaak te snel werken. We noemen dit hyperthyreoïdie. 

Symptomen 
- meer eten en toch afvallen 
- veel zeuren om eten 
- koele plekken opzoeken 
- meer dorst en vaker plassen 
- ogen die dieper in de oogkas liggen 
- onrustig gedrag 
In het lichaam wordt er een teveel aan hormonen aangemaakt in de schildklier, waardoor deze vaak ook groter wordt. Dit leidt tot overactieve functies in het lichaam. Hierbij kunt u denken aan: een verhoogde hartslag, een te hoge bloeddruk, een te snelle spijsvertering en eventueel veranderingen in het gedrag.  

Diagnose 
Vaak bestaat er al een groot vermoeden dat de schildklier te snel werkt, maar om dit te bevestigen wordt er bloedonderzoek gedaan. De T4-waarde wordt dan gemeten en als deze inderdaad te hoog is heeft de kat daadwerkelijk een te snel werkende schildklier.  

Behandeling 
Er zijn verschillende manieren om dit probleem te behandelen. De meest gangbare is het geven van tabletten die ervoor zorgen de werking van de schildklier weer geremd wordt en de hoeveelheid schildklierhormoon weer binnen de normaalwaardes komt. 
Eventueel kun je ook speciale schildkliervoeding geven of een operatie laten uitvoeren. In overleg met u de dierenarts wordt de meest geschikte behandeling gekozen.  

 

Nierfalen

Nierfalen  

Nierfalen is helaas een veel voorkomende aandoening bij katten, maar liefst één op de drie katten ontwikkelt op latere leeftijd nierproblemen. Bij nierfalen kunnen de nieren hun functie niet meer normaal uitvoeren, namelijk: 
- het verwijderen van gif/afvalstoffen uit het bloed 
- het reguleren van de vochtbalans, mineraalhuishouding en hormoonhuishouding 
- het op peil houden van de bloeddruk 
- een rol spelen bij de aanmaak van rode bloedlichaampjes 
Je kunt je voorstellen dat als dit in onbalans is uw kat zich ziek kan voelen. Als meer dan 75% van de nieren niet meer werkt lopen de gifstoffen in het lichaam op en zult u een kat gaan zien die zich slecht voelt. Mede hierom is het van belang om ouder wordende katten hier met enige regelmaat op te laten checken. 
 
 
 
Er zijn twee varianten: acuut en chronisch nierfalen. De namen verklappen het al een beetje. Bij acuut nierfalen betekent het dat uw kat plotseling last krijgt van de nieren en ineens doodziek is, terwijl dat kortgeleden geheel anders was. Vaak heeft uw kat hierbij nog een normaal gewicht en gezonde vacht (wat bij chronisch nierfalen vaak niet zo is). Dit acute falen kan komen door het binnen krijgen van iets giftigs, een nier infectie, een verstopping van de blaas of soms een tumor. 
Bij chronisch nierfalen gaat de nierfunctie langzaam steeds meer achteruit. De nieren beginnen samen te trekken. Door littekenweefsel wordt de doorstroming minder en hierdoor functioneren de nieren steeds minder goed. Ook kunnen ze hierdoor dus steeds kleiner gaan worden.  

Symptomen 
- uw kat wordt zwakker en is minder actief 
- uw kat begint minder te eten, maar het drinken neemt toe 
- uw kat moet overgeven en/of heeft diarree 
- de vacht van uw kat gaat er slechter uitzien (chronisch) 
- uw kat valt af (chronisch) 
- uw kat plast meer dan normaal 
- uw kat heeft een slechte adem.  

Diagnose 
Om de diagnose van nierfalen vast te stellen zijn er meerdere onderzoeken (soms in combinatie met elkaar) mogelijk. De volgende diagnostiek is mogelijk: 
- urineonderzoek; De urine zal bij een kat met chronisch nierfalen slecht geconcentreerd zijn of er kan eiwit in de urine gevonden worden als gevolg van een te hoge bloeddruk of  
  langdurige nierschade.  
- bloedonderzoek; In het bloed wordt het ureum en creatininegehalte gemeten, wanneer 
  de waardes te hoog zijn is er sprake van nierfalen.  
- bloeddrukmetingen; Dit is tevens veel voorkomend bij katten met chronisch nierfalen. Een  
  té hoge bloeddruk kan ook de functie van andere organen doen verslechteren.  
- echo onderzoeken; Bij een echo kan gekeken worden naar de vorm en afmeting. Een nier vol littekenweefsel (ook wel ‘schrompel nier’ genoemd) zal er heel anders uitzien als een nier met acuut nierfalen.  
 

Behandeling 
Chronisch nierfalen is helaas niet te herstellen, echter is het proces wel te vertragen. Bij acuut nierfalen, afhankelijk van de oorzaak kan de kat volledig herstellen. Het starten van een nierdieet is van belang omdat zieke nieren moeite hebben met de verwerking van afvalstoffen die uit eiwitten vrijkomen. In dit dieet zit een verlaagd, maar wel van goede kwaliteit eiwitgehalte. Tevens is ook een te hoog fosfaatgehalte in het bloed niet goed bij nierfalen. Als u uw kat uitsluitend een nierdieet geeft zal dit ervoor zorgen dat het fosfaatgehalte omlaag gebracht wordt en de nieren dus ontlast worden door minder, maar hoogwaardige eiwitten.  
Wanneer de bloeddruk ook te hoog blijkt kunnen er bloeddrukverlagers gebruikt worden. Zoals ook al eerder aangegeven is het helaas een niet herstellen proces bij chronisch nierfalen en is er soms ook symptomatische therapie nodig. Denk hierbij aan katten die zich misselijk voelen of diarree krijgen door het nierfalen. Er zijn dan verschillende soorten medicijnen om deze symptomen aan te pakken.  

Nazorg 
Een kat met chronisch nierfalen kan nog een prima leven hebben met de juiste voeding, eventuele medicaties en regelmatige controles. Houdt uw kat goed in de gaten en als u gedragsveranderingen ziet geef dit dan gelijk door. In deze situatie geldt ook: meten = weten. Dit houdt in dat we het gewicht, de bloed- en urinewaardes en bloeddruk met regelmaat blijven checken en indien nodig tijdig de therapie kunnen aanpassen.  
    

Tanderosie

Tanderosie 

Tanderosie is een vervelende en relatief vaak voorkomende gebitsaandoening die alleen voorkomt bij de kat. Een andere benaming die ook vaak gebruikt wordt is FORL (Feline Odontoclastic Resorptive Lesions). Bij deze aandoening wordt de wortel van 1 of meerdere tanden aangetast. Deze aantasting kan zich uitbreiden tot boven het tandvlees en het glazuur. Bij tanderosie wordt er letterlijk een stuk van de tand opgelost (resorptie). Dit zorgt ervoor dat de tand zwak wordt en in erge gevallen zelfs kan afbreken.  
Tijdens de jaarlijkse controle wordt daarom het gebit van uw kat ook goed bekeken. Wanneer de erosie zich namelijk al tot boven het tandvlees heeft ontwikkeld zien we soms een bloederig en/of woekerend stukje tandvlees. Het kan veel pijn veroorzaken bij uw kat en zelfs doortrekken tot in de zenuwen. Als u zelf wel eens kiespijn heeft gehad dan kunt u zich inbeelden hoe dit voelt. 
 

Er zijn een aantal symptomen die we bij katten waarnemen op moment dat er tanderosie aanwezig is. Hieronder volgt een opsomming van de meest voorkomende: 
- geen brokken meer willen kauwen. 
- aan één kant van het gebit de brokken kauwen. 
- stinken uit de bek. 
- knoeien met hun voer. 
- kauwbewegingen maken bij het aanraken van de kop of het gebit. 
- niet voldoende eten. 
- afvallen. 
- geen koud water meer drinken. 

Wanneer blijkt dat uw kat tanderosie heeft volgt daarop een gebitsbehandeling. We zullen dan ook röntgenfoto's van het gebit maken om duidelijk in kaart te brengen welke en in hoeverre bepaalde tanden zijn aangetast. We lossen het probleem op door deze tanden te trekken of de kroon te amputeren. In dit laatste geval blijkt uit de röntgenfoto's dat de wortels al helemaal geresorbeerd zijn.  
Een gebitsbehandeling bij uw kat vindt plaats onder algehele narcose. Mocht u vragen hebben over het gebit van uw kat, dan kunt u altijd contact opnemen met de kliniek om het gebit te laten beoordelen door een van onze paraveterinair assistenten. Wij willen namelijk graag een stralend gebit voor elke kat! 

Op de onderstaande foto's ziet u aan de linkerkant gezonde kiezen en aan de rechterkant ziet u bij de eerste kies een zwart gat, dit is tanderosie.  

 

 

Verstopping (plaskater)

Plaskater  

Een ‘plaskater’ is een kater waarbij de plasbuis verstopt zit. Hij kan dus niet meer plassen en de urine blijft in de blaas zitten. Meestal komt dit door een steentje (blaasgruis) dat klem zit in de plasbuis. Dit is een spoedgeval en u dient direct contact te zoeken met een dierenarts.  

Doordat de kater niet kan plassen raakt de blaas overvol en rekt uit. Hierdoor kan ook de nierfunctie ernstig verstoord raken en wanneer er niet ingegrepen wordt kan de kater zelfs overlijden. Bij poezen komt dit veel minder vaak voor. Zij hebben namelijk een ruimere plasbuis.  
 

Symptomen 
- vaak de kattenbak bezoeken 
- veel persen 
- plassen van hele kleine druppels of zelfs niets 
- onrustig zijn 
- mauwen van pijn  
 

Behandeling 
Wanneer er vastgesteld is dat de kater inderdaad verstopt zit zal er een katheter geplaatst moeten worden om de verstopping op te heffen en zo de urine uit de plasbuis weg te kunnen spoelen. Tevens zal er bloedonderzoek gedaan worden om te kijken of en hoeveel de nieren beschadigd zijn. Opvolgend is er vaak een 3 daagse opname waarbij de kater ondersteund wordt met infuus om op deze manier alles te spoelen en zodat er zoveel mogelijk gruis de blaas kan verlaten. Dit draagt ook bij aan herstel van de nierfunctie.  

Preventie 
Katers die gruis hebben of plaskater zijn geweest krijgen het advies om speciale voeding te gaan gebruiken. Dit zodat de pH waarde in blaas optimaal blijft en gruisvorming wegblijft. De voeding die wij hiervoor adviseren is de Pro Plan Urinary voeding. Dit is een dieet waar ze vaak levenslang moeten blijven gebruiken en dit bevat ook alle benodigde voedingsstoffen die een kat nodig heeft. Gelukkig is er van deze voeding genoeg keuze: brokken in verschillende smaken en vleeszakjes met paté en zachte vleesbrokjes in saus.  

Terug naar Katvriendelijke kliniek

Contactinformatie praktijk

Dierenkliniek Enschede

Terug
  • Ma
    08.30 - 18.30 uur
  • Di
    08.30 - 18.30 uur
  • Wo
    08.30 - 18.30 uur
  • Do
    08.30 - 18.30 uur
  • Vrij
    08.30 - 18.30 uur
  • Za
    Gesloten
  • Zo
    Gesloten

Contactinformatie bij spoedgevallen

Bel a.u.b.:

053 - 430 58 05
Terug

Vind ons hier:

Brinkstraat 234 7541 AV Enschede 1 x per maand hebben we een avond vaccinatie spreekuur. Wij werken uitsluitend op afspraak.
ontvang een routebeschrijving via Google Maps
Terug

Bel dit nummer bij spoedgevallen:

053 - 430 58 05